Geef mij je horloge, dan krijg jij van mij tijd

Gezien op 1 februari 2023, Beyond the Black Box, Koninklijke Wachtkamer Amsterdam Centraal. Door Fransien van der Putt

Beyond the Black Box opende deze week met de presentatie van SoAP-er Rita Hoofwijk in de koninklijke wachtkamer op Amsterdam Centraal. Ze lanceerde daar Jean.live, een website die speelt met de manier waarop de centrale kloktijd, de geregelde tijd, ons leven bepaalt en nodigt uit om die controle op te schorten voor de duur van een treinreis.

De app wordt door de NS aangekondigd op de interne informatieschermen. Ik kom vooral uitvallende treinen en schermen tegen, wat op zich natuurlijk voor onthaasting zorgt als je je overgeeft aan de vertragingen. Vervolgens droom ik weg en bekijk de app pas thuis.

Tijdens de opening vertelde Hoofwijk hoe ze geïnspireerd raakte door het gegeven dat in de negentiende eeuw pas met de invoering van de trein er in Nederland centrale (Amsterdamse) tijd werd ingesteld. Daarvoor zette de conducteur zijn horloge gewoon bij op ieder station. De tijd werd tot dat moment afgemeten aan de stand van de zon, en was dus op iedere kerk of gemeentehuis een beetje anders.

Hoofwijk is ook geïnspireerd door Jean Tinguely, de zero-kunstenaar die we kennen van de machientjes en machines in musea en op pleinen, die in 1959 een pamflet schreef over in de tijd zijn, mee te bewegen met de flux, met de ruis, door minuten en uren te vergeten. Hoofwijk vertelt hoe ze ter voorbereiding de klokken op haar apparaten afplakte en een ander leven had: ze kwam nooit te laat, ze zag aan het licht welk moment van de dag het was, of aan het gedrag van de buren dat het allicht etenstijd was, althans voor hen. Zelf at ze wanneer ze zin had en sliep zoveel als ze wilde.

De app probeert de reiziger te verleiden gedurende de reis het scherm het scherm te laten en weg te dromen, om zich heen te kijken, verhalen te verzinnen bij mensen die je niet ontmoet hebt en ook nooit zult ontmoeten. Het lukt me niet om een beeldvullend scherm in te stellen op mijn telefoon, dus kijk ik op mijn laptop. Met eenvoudige middelen hebben programmeur Ehud Neuhaus en vormgever Yvonne van Versendaal met Hoofwijk een opeenvolging van poëtische gestes verzameld. Van huis uit een dromer, denk ik dat het mij weinig moeite zal kosten Hoofwijks uitnodiging aan te nemen in de trein, niet te werken, niet te lezen, niet te appen, alleen dat zwarte schermpje in je hand, waar de reële tijd een puntje wordt in het donker, zonder horizon, met als enige oriëntatie je eigen voorstelling van tijd.

Naast het stellen van een aantal vragen, roept de app vooral een andere blik op en benadrukt het hier en nu van de reis, de mensen, de trein. Ik ben heel benieuwd of en hoe mensen gebruik gaan maken van deze onthaasting en fysieke bewustwording gedurende hun reisje. De app of website blinkt uit door eenvoud, laat elke vorm van spektakel achterwege. Is dat net genoeg weinig om tot minder schermgedrag aan te zetten?

Strategische ondermijningen van de gangbare omgang tijdens Beyond the Black Box

4 februari 2023 door Fransien van der Putt

Veel van het werk tijdens festival Beyond The Black Box in Amsterdam probeert toeschouwers bewust te maken van ingesleten patronen in de omgang en de waarneming. Meer tijd nemen, je eigen lichaam voelen in de gewaarwording van anderen, je realiseren hoe je blik gestuurd wordt en door wie of door wat.

Naast de app van Rita Hoofwijk is er bijvoorbeeld MOHA (Alice Pons, Olivia Reschofsky), dat bezoekers over de drempel van De Brakke Grond tilt en een heerlijk diner aanbiedt waarbij je geblinddoekt bent. Het eten en converseren in kleine groepjes met handen en oren is vreselijk interessant. Als ik na het tafelen  mijn blinddoek afdoe, valt op hoe langzaam mijn hersenen terugschakelen en mijn brein haast overprikkeld reageert, helemaal geen zin heeft in alle visuele informatie die het ineens weer moet verwerken.

Maar het geblinddoekt binnenkomen, aan tafel gezet worden en eten heeft ook een maatschappelijke of zelfs politieke dimensie. Kun je je overgeven aan een gesprek met mensen wier status en positie, uiterlijk en gedrag je niet kunt meteen kunt aflezen? Als je je aan elkaar voorstelt, wat zeg je dan? Hoe ga je met elkaar om als je nog geen idee hebt met wie je omgaat?

Er ontstaat enige verwarring omdat bij de opening van het diner in het Engels een niet voor iedereen navolgbare opdracht wordt gegeven om te reflecteren op leven en werk in het jaar 2090. Het leidt enigszins af van wat er reeds aan gesprek was ontstaan aan tafel, maar in de verwarring die daarop volgt, wordt meteen duidelijk hoe interessant een gesprek is tussen mensen die elkaar niet zien maar wel horen en voelen, elkaar glaasjes water helpen inschenken en uitzoeken hoe dit nu samen te doen.

Ook Robbert&Frank Frank&Robbert houdt zich bezig met het opzetten van een collectieve ervaring. Fire is een wonderlijk ritueel voor acht mensen rond een nep-kampvuur. Of eigenlijk is het geen ritueel (want zo’n vorm moet groeien in de loop van lange tijd) maar een gezelschapsspel dat refereert aan allerlei aspecten van het vertellen van verhalen en het delen van ervaringen rond een kampvuurtje. Robbert&Frank Frank&Robbert heeft daarvoor, geheel in de lijn van hun eerdere werk, gesprokkeld in allerlei maatschappelijke en religieuze tradities en een sequentie van handelingen samengesteld, die de acht bezoekers in veertig minuten samen doormaken.

In mijn groepje zitten vier twintigers (ik denk kunststudenten) die onmiddellijk aan de slag gaan met de lucifers, een kaars en de houten stammetjes, die naar mijn idee helemaal niet klaarliggen om aangestoken te worden, waardoor vanaf het begin van de seance er van alles door elkaar loopt. Achter een gordijn in een kleine kamer van De Brakke Grond hoor je Robbert&Frank Frank&Robbert de bediening doen van het spelen van tapes of het takelen van een ketting met amuletjes, maar ze zijn opvallend niet aanwezig.

De I Tjing speelt een rol en via het toeval wordt mij de rol van moeder en aarde toebedeeld. Hoe dat de anderen vergaat weet ik niet, want in sommige gedeeltes wordt iedereen via koptelefoons individueel toegesproken. Uiteindelijk vertellen we elkaar, gezeten in een kring op minicule houten bankjes rond een bergje glinsterend zwart gruis, allemaal een persoonlijk verhaal op basis van het hexagram dat ons is toebedeeld. We kijken dan voor de tweede keer in het knetterende licht van acht vlammende XXL-sterretjes, die het kampvuur simuleren maar in het steeds aansteken en laten opbranden ook een mooi ritme geven aan de bijeenkomst.

Ten slotte worden we gevraagd gezamenlijk iets achter te laten voor een volgende generatie. Het is opmerkelijk hoe snel het samenwerken gaat en hoe ernstig en plezierig iedereen met elkaar is. Het uitvinden van de orde van de dingen en het anarchisme van de jeugd gaat buitengewoon goed samen.

Robbert&Frank Frank&Robbert benoemen het expliciet: dat ze met Fire graag een collectief van ons willen maken, of althans ons een collectieve ervaring willen geven. Dat zijn natuurlijk twee totaal verschillende dingen, maar het is ongelofelijk hoe rustig en respectvol deze acht elkaar vinden zonder al te veel te doen, laat staan te onderhandelen.

Zowel het diner van MOHA als het ritueel van Frank&Robbert Robbert&Frank zijn strategische ondermijningen van de gangbare omgang, zonder dat er al te veel expiciete inhoud of betekenis wordt opgelegd. Beide voorstellen zijn haast radicaal te noemen in de precieze manier waarop beleefdheid en vriendelijkheid, etiquette en ritueel worden gecombineerd met openheid en de uitnodiging iets samen te doen. Het lijkt haast niets, of misschien zelfs onnozel voor sommigen, maar de gespeelde onschuld van de voorstellen is buitengewoon effectief.

Salomé Mooij is een meesteres in het aftasten van verlangen

Gezien op 3 februari 2023, Beyond The Black Box, De Brakke Grond, Amsterdam. Door Gina Miroula

Het kan zo lekker voelen als je samen grenzen onderzoekt, oprekt. In de liefde. Met een partner. Of liggend onder je minnaar of minnares, waar je het al een jaar mee doet. Maar hoe werkt dat eigenlijk met collega’s, kennissen en onbekenden? Welke afstand mag je overbruggen en wat levert vooral ongemak op? Proxemicsvan theatermaker Salomé Mooij is een oefening in nabijheid en onderdeel van festival Beyond the Black Box.

Het publiek zit verspreid door de theaterzaal, zowel op de banken als op de speelvloer. Uit de nok van de zaal klinkt een stem. ‘Ik ben nu op het verste punt.’ Salomé Mooij hoeft haar stem niet te verheffen om de zaal te bereiken. Toch voelt ze te ver weg om volwaardig contact mee te leggen.

Mooij beschijnt de vloer met een laser afstandmeter. Het rode lichtpuntje springt heen en weer tussen het publiek, cirkelt over de vloer. Ze raakte geïnspireerd door de Amerikaanse antropoloog Edward T. Hall die een studie heeft gemaakt van de afstanden die mensen tot elkaar aanhouden. Langzaam verplaatst ze zich via de balkons naar beneden, komt iets dichterbij.

Bij publieke gelegenheden bedraagt de afstand tussen luisteraars en sprekers doorgaans acht meter, vertelt ze. Luisteraars kunnen de ogen van de sprekers niet zien, expressie moet worden uitvergroot, door middel van gebaren of het knipperen van de ogen. Degene die spreekt weet niets van de mensen waartegen wordt gesproken. ‘Reactie van de luisteraars is niet nodig en ook niet gewenst’, zegt Mooij.

Er volgen andere anekdotes over afstand en nabijheid. Zoals de twee-meter-regel, de sociale afstand: net te ver om een oprecht gesprek te voeren. Of de overheersende grens (boven iemand staan) en de afstand van het samenwerken, waarna Mooij een reeks bevestigende geluiden produceert: ‘Hmm, echt, jaja.’ Geregeld treedt ze in contact met het publiek. Ze springt in de armen van een onbekende meneer, duikt in de nek van een dame met lang blond haar. Dichtbij elkaar benoemt Mooij de zichtbaarheid van haar poriën, hoe je iemands adem hoort en ruikt, lichaamswarmte voelt. ‘Het is de afstand van het vrijen en vechten.’ Het levert een intiem tafereel op dat vreemd genoeg niet ongemakkelijk aanvoelt. Mooij rekt haar oefening in nabijheid moeiteloos op.

Proxemics is een sterk vormgegeven voorstelling op het snijvlak van performance en artistiek onderzoek. De climax dient zich aan wanneer de muziek aangaat, de saxofoonklanken in ‘Poetry: How Does it Feel?’ van Akua Naru uit de speakers klinken. Met de armen wijd, cirkelend als helikopterwieken, beweegt Mooij zich dromerig, haast zwevend, door de ruimte. Daarmee bewijst ze zich als meesteres in het aftasten van het verlangen.