Strategische ondermijningen van de gangbare omgang tijdens Beyond the Black Box

4 februari 2023 door Fransien van der Putt

Veel van het werk tijdens festival Beyond The Black Box in Amsterdam probeert toeschouwers bewust te maken van ingesleten patronen in de omgang en de waarneming. Meer tijd nemen, je eigen lichaam voelen in de gewaarwording van anderen, je realiseren hoe je blik gestuurd wordt en door wie of door wat.

Naast de app van Rita Hoofwijk is er bijvoorbeeld MOHA (Alice Pons, Olivia Reschofsky), dat bezoekers over de drempel van De Brakke Grond tilt en een heerlijk diner aanbiedt waarbij je geblinddoekt bent. Het eten en converseren in kleine groepjes met handen en oren is vreselijk interessant. Als ik na het tafelen  mijn blinddoek afdoe, valt op hoe langzaam mijn hersenen terugschakelen en mijn brein haast overprikkeld reageert, helemaal geen zin heeft in alle visuele informatie die het ineens weer moet verwerken.

Maar het geblinddoekt binnenkomen, aan tafel gezet worden en eten heeft ook een maatschappelijke of zelfs politieke dimensie. Kun je je overgeven aan een gesprek met mensen wier status en positie, uiterlijk en gedrag je niet kunt meteen kunt aflezen? Als je je aan elkaar voorstelt, wat zeg je dan? Hoe ga je met elkaar om als je nog geen idee hebt met wie je omgaat?

Er ontstaat enige verwarring omdat bij de opening van het diner in het Engels een niet voor iedereen navolgbare opdracht wordt gegeven om te reflecteren op leven en werk in het jaar 2090. Het leidt enigszins af van wat er reeds aan gesprek was ontstaan aan tafel, maar in de verwarring die daarop volgt, wordt meteen duidelijk hoe interessant een gesprek is tussen mensen die elkaar niet zien maar wel horen en voelen, elkaar glaasjes water helpen inschenken en uitzoeken hoe dit nu samen te doen.

Ook Robbert&Frank Frank&Robbert houdt zich bezig met het opzetten van een collectieve ervaring. Fire is een wonderlijk ritueel voor acht mensen rond een nep-kampvuur. Of eigenlijk is het geen ritueel (want zo’n vorm moet groeien in de loop van lange tijd) maar een gezelschapsspel dat refereert aan allerlei aspecten van het vertellen van verhalen en het delen van ervaringen rond een kampvuurtje. Robbert&Frank Frank&Robbert heeft daarvoor, geheel in de lijn van hun eerdere werk, gesprokkeld in allerlei maatschappelijke en religieuze tradities en een sequentie van handelingen samengesteld, die de acht bezoekers in veertig minuten samen doormaken.

In mijn groepje zitten vier twintigers (ik denk kunststudenten) die onmiddellijk aan de slag gaan met de lucifers, een kaars en de houten stammetjes, die naar mijn idee helemaal niet klaarliggen om aangestoken te worden, waardoor vanaf het begin van de seance er van alles door elkaar loopt. Achter een gordijn in een kleine kamer van De Brakke Grond hoor je Robbert&Frank Frank&Robbert de bediening doen van het spelen van tapes of het takelen van een ketting met amuletjes, maar ze zijn opvallend niet aanwezig.

De I Tjing speelt een rol en via het toeval wordt mij de rol van moeder en aarde toebedeeld. Hoe dat de anderen vergaat weet ik niet, want in sommige gedeeltes wordt iedereen via koptelefoons individueel toegesproken. Uiteindelijk vertellen we elkaar, gezeten in een kring op minicule houten bankjes rond een bergje glinsterend zwart gruis, allemaal een persoonlijk verhaal op basis van het hexagram dat ons is toebedeeld. We kijken dan voor de tweede keer in het knetterende licht van acht vlammende XXL-sterretjes, die het kampvuur simuleren maar in het steeds aansteken en laten opbranden ook een mooi ritme geven aan de bijeenkomst.

Ten slotte worden we gevraagd gezamenlijk iets achter te laten voor een volgende generatie. Het is opmerkelijk hoe snel het samenwerken gaat en hoe ernstig en plezierig iedereen met elkaar is. Het uitvinden van de orde van de dingen en het anarchisme van de jeugd gaat buitengewoon goed samen.

Robbert&Frank Frank&Robbert benoemen het expliciet: dat ze met Fire graag een collectief van ons willen maken, of althans ons een collectieve ervaring willen geven. Dat zijn natuurlijk twee totaal verschillende dingen, maar het is ongelofelijk hoe rustig en respectvol deze acht elkaar vinden zonder al te veel te doen, laat staan te onderhandelen.

Zowel het diner van MOHA als het ritueel van Frank&Robbert Robbert&Frank zijn strategische ondermijningen van de gangbare omgang, zonder dat er al te veel expiciete inhoud of betekenis wordt opgelegd. Beide voorstellen zijn haast radicaal te noemen in de precieze manier waarop beleefdheid en vriendelijkheid, etiquette en ritueel worden gecombineerd met openheid en de uitnodiging iets samen te doen. Het lijkt haast niets, of misschien zelfs onnozel voor sommigen, maar de gespeelde onschuld van de voorstellen is buitengewoon effectief.