Ze zit met haar voeten in het water. De rivier joelt. Duizend schepen gaan voorbij. Zwemt daar een hond?
Hoe zou het zijn om vliezen te hebben tussen je tenen. Hoeveel sneller zwem je dan. Ze gooit een steentje in het water. Mompelt, pondert. Hoe doen we het zo goed mogelijk. Hoe zetten we iets op, iets dat stut en op ideeën brengt. Hoe delen we onze kennis: alles wat we hebben, weten en hebben geweten.
Over het IJ hief zich op. Het kon niet anders. En nu, in mei, kijkt Simone Hogendijk al Maaswachtend uit over de Maas. Er zullen nieuwe vormen komen en nieuwe makers en voor die vormen en makers komt er een plek. Een plek als de rivier misschien, wild en beweeglijk. Een samenstroom van velen. Een frisse kracht. Maar hoe? Welke vorm? Ze zit met haar voeten in het water en de Maas brengt af en toe eens een idee.