Het ijzeren gordijn juli

We hebben het altijd over gordijnen. Het grove werk. De afschermers. De oogleden. Het open-of-dicht. Het alles of niets. De stevige stof, de dichte stof. Het blokkeren van licht, van blikken, van kou en geluid. Altijd die gordijnen. Het gordijn is een muur van stof. Een verdelende partij. Waarom gaat het steeds over gordijnen. 

Want er is ook vitrage. Zacht en licht als een bries. Vitrage is soepel. Makkelijk te wassen (op de hand, in een teil). Het is luchtig, suggestief. frêle. Omfloerst. Onnodig en indirect. Zo anders dan een gordijn! Vitrage is van een andere tijd, verschuilt zich in de huizen van oude dametjes die er een leven lang voor hebben gezorgd.

In de plooien van vitrage vind je vogels, bloemen, vierkantjes, driehoeken. Wie weet wat je in de plooien vindt. Het kijken naar de stof maakt de handen wakker. Ze willen het voelen, dat zachte spul. Dat ribbel-glibberige tussenwerelds zachte crèmige wit.

Voor een esthetische ervaring, een tuimelend inzicht in de kracht van vitrage, raad ik je aan het volgende voor jezelf te openen: https://commons.wikimedia.org/wiki/Category:Net_curtains. Klik op de eerste foto (van Amerikaanse lapjes stof) en werk van hieruit door.

En terwijl wij opgaan in het dunne voile (Classroom at St. Mary’s, There was such a lovely light when I came home), fietst Paulien haar laatste kilometers langs het Fins-Russiche deel van het IJzeren Gordijn. Halverwege de maand, op 13 juli precies, komt ze weer terug.