American Academy oktober

Paulien Oltheten is in Rome. Ze onderzoekt de stad, het ritme van de stad. En verdiept zich in de Etrusken. Want die woonden daar eens, ooit, in de buurt. En die hadden ook zo hun levensritme tussen de heuvels.

Misschien valt er iets van ze te leren –  inspireren die ouwe Etrusken ons op, noem een zijstraat, staatkundig vlak. Brengen ze ons ideeën voor een andere vorm van democratie, eentje die past bij onze tijd.

Ik deed oppervlakkig onderzoek op internet en in boeken. Kwam tot de tussenconclusie dat die Etrusken zó wijs en egalitair nou ook weer niet bezig waren. Ze hielden er een relatief iets-minder vrouwonvriendelijke samenleving op na dan de Romeinen. Dat wel.

Wat hoopte ik eigenlijk te vinden? Nou, dat ga ik hier gewoon maar verzinnen.

5 dingen die we kunnen leren van de Etrusken:

1.Samenleven = een gezamenlijk weekritme.
Elke weekdag deden de mensen iets samen:

MA – de straten poetsen
DI – wat beslissingen nemen
WO – markt
DO – knutseldag
VR – sauna op het centrale plein
ZA – sorry-dag (oprechte excuses aanbieden voor misstappen die je in de week hebt begaan) en wedstrijden olieworstelen voor en met iedereen, jong tot oud.
ZO –  uitzinnige tekeningen maken op muren en straten

2. Instrumentele anonimiteit
Wanneer het op het bestuur van het land aan kwam, kozen de Etrusken voor radicale gelijkwaardigheid. In de publieke ruimten, op straat, in de rechtbank en op bestuursplekken als het gemeentehuis en de senaat, droeg men (naar we sinds kort weten) kleurrijke, gebobbelde kleding waaruit niet af te leiden was wat iemands gender was. Sommigen zelfs, verplaatsten zich in een soort verrijdbare doos. De communicatie in de openbare ruimte vond plaats in stilte, zodat stemgeluid niks aan achtergrond kon verraden. De raadzaal was ingericht als een peep-show-achtige ruimte. Men bevond zich ieder apart in hokje rond een cirkel waar ideeën werden geopperd. Vanuit dat hokje gooide men gekleurde steentjes om aan te geven of die het eens was met de plannen of dat er behoefte was aan meer nuance.

3. De plek van het zien
De Etrusken kende een tweede vorm van publieke ruimte: de plek van het zien (Xe#tnosza plieki). Op deze plekken (de markt, het theater, de bibliotheek, maar ook in het – wat rudimentair maar toch – openbaar vervoer) toonde men zichzelf zonder enige vorm van censuur. Men trof er een variatie van sterk verhullende tot ruimschoots onthullende kleding, kleur, lichaamsbeharing, geur, sierraden en ornamenten. In deze ruimten was het de gewoonte elkaar zo origineel mogelijk te complimenteren op uitstraling en stijl. 

4. Goed eten
De Italiaanse keuken van nu is grotendeels gebaseerd op culinaire kennis van de Etrusken. Iedere Etrusk kookte, elke dag. Was er iets heilig in die tijd, dan moet het de ruimte van de keuken zijn geweest. Knoflook, verse kruiden, pittige kaas en zongerijpte tomaten stonden aan de wieg van elke maaltijd. Tupperware bestond nog niet, dus mensen aten zich te barsten. Alles ging op. Daarna ruimden ze samen de keuken op, ondersteund door de zwierig ritmische klanken van de Etruskische fluit.

5. Effe niet
Iedere inwoner had het recht zich onttrekken aan gezamenlijkheid. No questions asked.

Tot 30 oktober resideert Paulien Oltheten in The American Academy in Rome.