Maaswacht

De Maas. Ze ontspringt. Het water ontsnapt aan de greep van de grond, ontglipt met een sprong aan het diepe donker. Een bescheiden watervulkaan. Het begin van de rivier – ergens op een hoge vlakte in Frankrijk – oogt aarzelend. Het poert wat over een plateau, gutst dan beek-achtig naar benee.

Pas met dat gutsen wint ze (hij?) aan kracht. Het is een regenrivier, die Maas. Een verzamelbekken. Op weg naar de delta voegt zich regen toe. Een zijrivier stroomt in. Zo krijgt De Maas haar gewicht. En dat gewicht valt en valt. De Maas is een constant vallen van water.

Misschien brengt het slapen naast een rivier andere dromen met zich mee dan het slapen naast een sloot. Minder kikkers, meer vis. Minder modder, meer geruis. Minder weiland, meer Benelux.

Misschien brengt het slapen langs de oever andere dromen dan het slapen in een stad. Minder getingel van de tram. Een tak drijft. Een zwerfsteen tuimelt op de bodem.

Ook deze maand, in september, wacht er dagelijks iemand bij de Maas. Op 5, 6 en 7 september in het bijzonder, wacht er een driejarige bij de rivier (een verslag volgt). Dit alles vindt plaats in het kader van Maaswacht, dat onderdeel vormt van een groter project genaamd Maaslab. Maaswacht is een samenwerking van SoAP, TAAT en de rivier de Maas.