Er zijn plekken waar tijd, oude ver vergane tijd, lijkt te zijn blijven hangen. Een voorbeeld is het toilet van een discotheek, eentje waar op de muren is geschreven. De krassen in de verf, de weggekrabte stickers, de spiegel waar een miljoen lodderige oogjes in hebben gekeken; op zo’n plek hangt de echo van jaren aan pompende muziek en roes. Ook overdag. Toiletten van discotheken zijn doordrenkt van oud feest.
Tijd blijft ook hangen in grote steden. Berlijn ademt stukken oorlog. Rome wasemt twee tijden door elkaar: gladiatoren en kardinalen.
Paulien Oltheten gaat naar een instituut waar tijd als warme zomerlucht tussen de muren blijft hangen: de American Academy in Rome. De plek heeft de vorm van een verzameling imposante gebouwen met tuinen, op een heuvel. Het landgoed is ontworpen door Amerikaanse architecten van weleer, gefinanceerd door Amerikaanse zakentyconen van weleer. Zij startten deze plek, gewijd aan de kunst en geesteswetenschappen (die combi precies) aan kunst en onderzoek.
In Rome heeft Paulien twee maanden de tijd, ze is er in september en oktober. Ze gaat de stad in en fietst naar omringende dorpen om meer te weten te komen over de bouw en sociale dynamiek van de plek. Ook wil ze op zoek naar invloeden van de Etrusken. Hun beschaving was totaal anders georganiseerd dan de onze. Misschien valt er iets van ze af te kijken.